“Waarom saluut je mij niet?” — riep de luitenant-kolonel tegen een jonge vrouw, maar hij had geen idee wie voor hem stond… 😱😱
Die dag was het ongewoon stil in het militaire kamp. De soldaten stonden op het plein, netjes in een rij opgesteld, wachtend op de aankomst van de luitenant-kolonel.
Iedereen wist dat deze man hield van macht en aandacht, en dat hij absolute gehoorzaamheid eiste. Men was bang voor hem — niet om zijn kracht, maar om zijn wreedheid en arrogantie. Hij vernederde vaak zijn ondergeschikten, zocht altijd een reden om te straffen, en niemand durfde tegen hem in te gaan.
Enkele minuten later klonk er een brom van een motor bij de poort. Een militaire terreinwagen reed het kamp op en sloeg een wolk van stof op.
De commandant riep:
— Attentie! Rustig!
Iedereen verstijfde en bracht het eerbetoon aan de hogere officier. Maar op dat moment liep er rustig een jonge vrouw in uniform over het plein. Zelfverzekerd, met een lichte tred. Ze hield een helm in haar handen en keek niet eens naar de luitenant-kolonel.
Hij merkte haar onmiddellijk op — en voelde een steek van woede. Hij trapte hard op de rem, deed het raam omlaag en leunde naar buiten om te roepen:
— Hé, soldaat! Waarom saluut je mij niet? Ben je je angst kwijt? Weet je wel wie ik ben?!
De vrouw keek hem kalm recht in de ogen.
— Ja, ik weet wie u bent, — antwoordde ze zonder spoor van angst. Haar brutale antwoord deed de luitenant-kolonel van woede ontploffen. Hij sprong uit de wagen, begon te schreeuwen, te beledigen en te dreigen. De soldaten spanden zich aan — niemand durfde in te grijpen.
Maar op dat moment deed de weerloze vrouw iets waardoor de luitenant-kolonel compleet geschokt was 😲😱
Plotseling zei ze met een vlakke stem:

— Ik ben niet verplicht te salueren aan iemand die lager in rang is dan ik.
— Wat zei je?! — stamelde de luitenant-kolonel. — Heb je mijn epauletten gezien? Ik ben luitenant-kolonel!
Ze zette een stap dichterbij en sprak duidelijk:
— En ik ben kolonel van de interne onderzoeksdienst. Ik ben hier op bevel van het ministerie om te onderzoeken hoe u “diende”. Er zijn te veel klachten tegen u binnengekomen. Iedereen zegt hetzelfde: u treitert de soldaten.
Het gezicht van de luitenant-kolonel verbleekte. Hij stond verstijfd, sprakeloos. De vrouw sloeg haar armen over elkaar en voegde toe, met een kille glimlach:
— En wat kijken we toe en geven we geen eer? Weer een overtreding van uw kant.
Een doodse stilte viel over het plein. Niemand durfde zich te bewegen — alleen de luitenant-kolonel stond verloren, voor het eerst niet wetend wat te zeggen.
