Wij waren 35 jaar samen. Ik ben 55, hij is 57. In al die jaren hebben we een zoon en twee prachtige dochters gekregen. Van buitenaf leek ons huwelijk perfect, maar de werkelijkheid was heel anders.
Mijn man werkte bijna nooit. Hij werkte als monteur bij een vriend, maar verder zat hij alleen maar voor de televisie te klagen over van alles en nog wat: over de overheid, over jaloezie vanwege de nieuwe auto van de buren en over het gebrek aan orde in huis. Deze klachten werden voor mij dagelijkse kost en ik nam ze niet meer serieus.
Toen hij met een andere vrouw vertrok, was dat een enorme klap voor ons allemaal. De nieuwe vrouw was jonger dan 40 jaar. Het deed veel pijn, maar onverwacht voor mij en iedereen om mij heen, deed ik iets wat mijn leven veranderde.
Ondanks de pijn besefte ik al snel dat zijn vertrek eigenlijk een bevrijding was. Nu ben ik alleen. Eigenlijk ben ik vrij. Ik voel me goed zonder relatie en wil niet eens nadenken over een nieuwe. Ik begreep eindelijk het belangrijkste: in een huwelijk besteed je te veel aandacht aan anderen en te weinig aan jezelf. Ik leefde voor mijn man, voor de kinderen, maar vergat mezelf. Nu begrijp ik dat het in een relatie belangrijk is om niet alleen voor je partner te zorgen, maar ook voor jezelf.
In de loop der jaren was mijn man eraan gewend geraakt dat ik altijd voor hem zorgde en hij vond dat vanzelfsprekend. En als ik steun nodig had, verdween zijn interesse in mijn aandoening en bleven de symptomen bestaan.
Na de scheiding werden mijn dochters mijn steun en toeverlaat. Ze herinnerden mij eraan dat het leven doorgaat! Nu heb ik meer tijd voor mezelf. Ik leerde van het leven te genieten en besefte dat ik gelukkig kan zijn zonder mijn man. Ik heb een duidelijk besluit genomen: ik zal mijn man nooit vergeven en ik zal hem niet terugnemen.