Het was geen gewone bruiloft Mijn schoonmoeder, die op dat moment naast ons stond, zei: “Nu ben ik rustig over mijn zoon. Jij hebt geluk, mijn zoon, zorg goed voor haar. Niemand zal zoveel liefde kunnen tonen.’ Egoïstisch.” Ik begreep op dat moment niet helemaal wat ze bedoelde, maar haar woorden stonden in mijn hart gegrift. Alles leek zo eenvoudig en duidelijk Ik hield van hem en het leek alsof ons alleen maar geluk te wachten stond. Maar naarmate de jaren verstreken, werd het mij steeds duidelijker dat hij een echte egoïst was. Zijn wereld draaide om hemzelf, zijn ambities, zijn verlangens We waren samen, maar soms had ik het gevoel dat ik slechts een toeschouwer was in dit huwelijk. Ik voelde mij als een deel van zijn leven en zijn aandacht voor mij was meer een verplichting dan een oprechte wens. Hij was vriendelijk, maar zijn vriendelijkheid reikte niet verder dan wat hij prettig vond. Er ging wat tijd voorbij en nu, 20 jaar later, was ik in een andere staat. De ziekte vrat langzaam maar zeker aan mij. Met elk jaar dat voorbijging, werd het moeilijker. Ik kon niet meer bewegen zoals ik dat vroeger deed en elke dag werd een gevecht met mijn lichaam. Toen de ziekte net begon, wist mijn man nog niet hoe alles zich zou ontwikkelen. We hoopten allebei dat het tijdelijk zou zijn.
De beste cadeaus voor uw dierbaren
Maar naarmate de tijd verstreek, werd mijn mobiliteit steeds beperkter en kon ik niet meer zonder hulp het huis verlaten. Hij begreep dat het leven veranderde en dat hij op alles voorbereid moest zijn. Soms zag ik zijn gezicht veranderen als hij mij hielp met bewegen, of zag ik zijn tranen bedwingen als hij mijn lijden zag. Hij was niet langer de egoïst die hij ooit was. Hij had geleerd om te geven zonder er iets voor terug te verwachten, en dat was een verbazingwekkende transformatie. Hij werd mijn ogen, oren, handen en voeten. Hij hielp mij uit bed, gaf mij te eten en steunde mij toen ik de hoop verloor. Op talloze nachten dat ik moeite had met ademhalen of pijn had, zat hij naast me, hield mijn hand vast, praatte met me en troostte me.
En op een dag, toen ik niet meer van de grond kon opstaan, kon hij het niet meer uithouden en begon te huilen. Ik zag de tranen over zijn wangen stromen terwijl hij huilde, omdat hij besefte dat hij de vrouw had verloren die ooit vol kracht en vreugde was geweest. Maar dat was nog niet alles. Het was het moment waarop we allebei beseften dat we moesten vechten en dat we niet mochten opgeven. Mijn man zorgde niet alleen voor mij, maar zocht ook naar manieren om mijn leven makkelijker te maken. Hij vond specialisten, kocht revalidatieapparatuur en deed er alles aan om mij te helpen om weer enigszins normaal te kunnen functioneren.
Met elke dag die voorbijging, voelde ik zijn zorg, zijn liefde en de kracht die hij in onze dagen legde. En zo kwam ik, na jaren van ziekte, weer op de been. Langzaam en met moeite, maar ik zette een stap, en toen nog een. Het was een wonder – het wonder van zijn liefde en zijn werk, het wonder van ons geloof in elkaar. Ik kon weer lopen, niet zoals voorheen, maar stap voor stap voelde ik mij weer een mens. En toen besefte ik dat deze man, die ik eerder als egoïstisch had beschouwd, in werkelijkheid degene was die niet alleen voor zijn eigen leven vocht, maar ook voor het onze. Hij was veranderd en ervoer een liefde die niets terugvroeg.