Toen ik met Jeremi trouwde, kwamen we overeen om alle kosten eerlijk te verdelen, inclusief de huur. Hij had een appartement gevonden en zei dat het 2000 euro per maand kostte. Ik gaf hem dus mijn deel van 1000 euro per maand en hij beweerde dat hij dit bedrag aan de verhuurder moest overmaken. Twee jaar lang dacht ik dat alles goed ging. Maar op een avond in december veranderde alles. Ik zat vast in de lift met mijn buurman. We waren aan het praten en plotseling zei ze iets waar ik een knoop in mijn maag van kreeg: “Jij woont in het appartement van mevrouw Lorrie en Jeremi, toch?” Mevrouw Lorrie. Dus zijn moeder.
Ik was in de war en vroeg wat ze bedoelde. De buurvrouw, die niet wist welke belangrijke informatie ze onthulde, antwoordde met een glimlach: “Ja, Jeremy’s moeder heeft het appartement vele jaren geleden gekocht. Eerst verhuurde ze het, toen trok hij in bij zijn ex-vriendin, en nu zijn jullie hier!” Toen besefte ik dat ik al die jaren niet alleen de huur had betaald, maar dat ik haar ook had onderhouden door het geld rechtstreeks in haar zakken te stoppen. De afgelopen twee jaar heb ik ze onbewust 24.000 euro gegeven. Na al dat gedoe ben ik niet meer uitgebroken. Nee, ik besloot verstandig te handelen. Ik belde Jeremi: “Hallo lieverd. Wanneer moeten we de huur weer betalen?”
“Op 28 december,” antwoordde hij.
En toen begon mijn plan.
De daaropvolgende twee weken gedroeg ik me normaal: ik lachte om zijn grappen, kookte de lunch en gaf hem zoals gewoonlijk mijn deel van de huur. Maar diep van binnen was ik al aan het bedenken hoe ik mijn geld terug zou krijgen.
28 december was de dag van de waarheid.
Zodra hij het huis verliet, begon ik. Ik pakte al mijn spullen in: kleding, schoenen, meubels en zelfs het koffiezetapparaat waar hij zo dol op was. Toen ging ik naar de bank.
Omdat we een gezamenlijke rekening hadden, besloot ik het geld dat van mij was gestolen op te eisen. Ik heb hem leeggemaakt.
Toen tekende ik het huurcontract voor een nieuw appartement en betaalde de eerste maand huur – met Jeremi’s geld. Toen hij thuiskwam, was het appartement leeg. Behalve één ding: een brief. Ik zette mijn telefoon uit en reed naar mijn nieuwe appartement, waar ik mijn nieuwe leven wilde beginnen. Een week nadat ik het huis uit was, kwam ik Jeremi op straat tegen. Zijn gezicht was vol teleurstelling. Hij vertelde mij hoe erg hij leed onder wat er gebeurd was.
Ik antwoordde hem met koude zekerheid dat hij en zijn moeder zouden moeten boeten voor alles wat ze mij hadden aangedaan. Drie maanden later zat ik al in mijn nieuwe appartement en tekende ik de scheidingspapieren. Jeremi ging akkoord met alle voorwaarden, inclusief een volledige terugbetaling van al mijn kosten. Ik voelde een gevoel van voldoening, omdat er eindelijk recht was gezegevierd.