Vele jaren geleden verkocht een vader zijn huis om zijn zoon te helpen, die geen appartement kon kopen. Victor stelde zijn vader de volgende oplossing voor:
“Waarom heb je dit huis nodig? Je bent daar alleen. Wij hebben een gezin, kinderen. Je zult bij ons zijn, je zult je niet vervelen.”
De vader aarzelde, maar stemde uiteindelijk toch in voor zijn zoon.
In het begin ging alles goed, maar na verloop van tijd veranderde de situatie. Victor werd afstandelijker, zijn vrouw raakte overstuur over kleinigheden en zijn dochter begon naar haar grootvader te kijken alsof hij een vreemde was.
De oude man besefte al snel dat hij overbodig was geworden. Hij kreeg een hoekje in de kamer toegewezen en probeerde zo onopvallend mogelijk te blijven, zodat hij geen problemen zou veroorzaken.
Op een dag zei Victor:
“Vader, we hebben een belangrijke gebeurtenis. Mijn dochter gaat trouwen en jij moet verhuizen. We hebben een goed verzorgingshuis gevonden. Daar werken goede mensen, je bent veilig. “Hier is geen plaats.”
“Viktor… Ik heb mijn huis verkocht om jou te helpen. Ik gaf alles wat ik had, omdat ik geloofde dat jij voor mij zou zorgen, zoals ik voor jou zorgde. Het was moeilijk voor mij om dit huis te verlaten, maar ik deed het voor jou. En nu stuur je mij naar een verzorgingshuis?”
“Vader, maak je geen zorgen, ik kom bij je langs. Je zult niet alleen zijn.”
De oude man protesteerde niet. Hij wist dat zijn zoon zijn beslissing al had genomen. Diezelfde dag brachten ze hem naar een verzorgingshuis.
In het begin was hij depressief, hij at niet en sprak niet. Maar na verloop van tijd raakte hij eraan gewend. Er was een jonge verpleegster in het verzorgingstehuis die oprecht voor hem zorgde. Ze sprak geen gewone zinnen, ze keek hem niet met medelijden aan. Ze was er gewoon.
Na zes maanden stierf de oude man. Victor heeft hem nooit bezocht.
Toen ze hem bij de advocaat riepen, verwachtte hij iets te horen over de erfenis. Zijn naam stond echter niet in het testament. Alles wat mijn vader in zijn leven had verzameld – een miljoen roebel – liet hij na aan dezelfde verpleegster.
De advocaat overhandigde Wiktor een stuk papier waarop stond:
“Ik wilde de laatste jaren van mijn leven in vrede doorbrengen. Maar je hebt mij verraden. Ik liet dit geld na aan degene die bij mij was toen ik leed. Voor degene die zorg en menselijkheid toonde. “Tot ziens.”
Wiktor las deze woorden meerdere malen. Pas toen besefte hij dat hij veel meer verloren had dan alleen zijn erfenis. Hij verloor de persoon die hem het dierbaarst was. Maar het was te laat.