Elke dag kocht een 70-jarige gepensioneerde 40 kilo vlees bij een slager die ze kende. Op een dag besloot de slager haar te volgen, en toen hij zag waar ze zoveel vlees neerlegde, belde hij de politie.

Elke dag kwam een 70-jarige gepensioneerde vrouw naar dezelfde slagerij en bestelde veertig kilo rundvlees.
De slager, verbaasd over zo’n enorme bestelling, besloot op een dag uit te zoeken wat ze eigenlijk met al dat vlees deed — en wat hij ontdekte, ging zijn verbeelding ver te boven.

De oude vrouw was klein en gebogen, gehuld in een versleten jas, haar gerimpelde handen omklemden het handvat van een gedeukte metalen kar.
“Veertig kilo, zoals altijd,” zei ze rustig, terwijl ze een net stapeltje bankbiljetten over de toonbank schoof.

De jonge slager woog de stukken vlees in stilte, niet in staat zijn verbazing te verbergen. Veertig kilo — elke dag opnieuw.
Eerst dacht hij dat ze een groot gezin moest voeden, maar naarmate de weken voorbijgingen en niets veranderde, begon hij te twijfelen.

De vrouw sprak nauwelijks, keek hem nooit aan en droeg altijd een vreemde, metalen geur bij zich — iets dat hem deed denken aan roest en verval.
Al snel begonnen er geruchten te circuleren op de markt:

— “Ze voedt vast een roedel honden.”
— “Nee, ik hoorde dat ze ergens een geheim eethuis runt.”
— “Misschien heeft ze een vriezer vol vlees voor de winter.”

De slager probeerde de roddels te negeren, maar zijn nieuwsgierigheid bleef aan hem knagen.
Op een ijskoude avond besloot hij haar te volgen.
Hij wachtte tot ze vertrok en zag hoe ze haar zware kar door de met sneeuw bestoven straten trok.
Langzaam maar doelgericht liep ze naar de rand van de stad, langs verlaten garages, tot ze stopte bij een oude, vervallen fabriek die al meer dan tien jaar gesloten was.

Ze gleed naar binnen met het vlees en verdween in de schaduwen. Twintig minuten later kwam ze weer naar buiten — met lege handen.
De volgende dag gebeurde precies hetzelfde.

Op de derde avond kon de slager zijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen en sloop hij achter haar aan.
Binnen hing een dikke, verontrustende geur — bloed, ijzer en iets wilds. Toen hoorde hij een laag gegrom dat zijn huid deed tintelen.

Door een spleet in de muur keek hij naar binnen — en verstijfde.

In de enorme hal stonden vier gigantische leeuwen, hun gouden ogen glinsterend in het zwakke licht.
Overal lagen botten en vleesresten.
In de hoek zat de oude vrouw in een versleten fauteuil, terwijl ze een van de beesten aaide en zacht mompelde:

“Rustig maar, mijn lievelingen… binnenkort hebben jullie weer een gevecht… de mensen komen kijken…”

De slager viel achterover, ademloos.
Een van de leeuwen brulde — het hele gebouw trilde.
De oude vrouw hief haar hoofd op.

“Wat doe jij hier?!” siste ze, haar stem half mens, half dier.

In paniek rende de slager naar buiten en belde de politie.

Toen de agenten arriveerden, kwam de waarheid aan het licht.
De vrouw was vroeger een zoöloog geweest die, na de sluiting van de plaatselijke dierentuin, enkele leeuwen had meegenomen “om te voorkomen dat ze zouden verhongeren.”
Maar met de tijd waren wanhoop en hebzucht haar ziel gaan vervormen.

Like this post? Please share to your friends:
LEVENDE VERHALEN

Jaxx Wallet

Jaxx Wallet Download

Jaxx Liberty Wallet

jaxxwallet-liberty.com