Ze kon niet meer lopen, en de buschauffeur wilde niet wachten, maar wat die ochtend gebeurde, verbaasde iedereen 😯.
Elke ochtend, al een maand lang, nam deze grootmoeder bus nr. 28 om naar het ziekenhuis te gaan. Ze liep met moeite, steunend op haar wandelstok, maar miste nooit haar behandeling. Voorbijgangers kenden haar al — om haar vriendelijkheid, vermoeide glimlach en moed, ondanks de pijn.
Maar die ochtend veranderde alles. Ze kwam bij de bushalte, zoals altijd, iets eerder, bang om de bus te missen.
Toen de bus eindelijk stopte, probeerde ze langzaam aan boord te gaan, hijgend.
Haar benen beefden. Maar nog voordat ze de eerste trede had bereikt, sloot de chauffeur de deuren en vertrok zonder te kijken. De motor brulde, en de bus reed weg 😯.
Getuigen stonden versteld. Sommigen riepen, anderen probeerden de bus bij te houden, maar tevergeefs. De oude vrouw bleef alleen op het trottoir staan, steunend op haar wandelstok, met haar blik naar beneden.
Ze herhaalde constant met tranen in haar ogen: “Ik kom te laat, ik had een doktersafspraak… als ik die mis, is de volgende pas over een maand.”
Plotseling gebeurde er iets onverwachts — en iedereen werd diep geraakt 😯.
Een auto stopte voor haar. Een jonge man stapte uit — een onbekende. Hij had het tafereel vanaf de andere kant van de straat gezien. Zonder aarzelen liep hij naar haar toe en zei zacht:
“Stap in, mevrouw. Vandaag ben ik uw chauffeur.”

Hij bracht haar naar het ziekenhuis, wachtte tot ze klaar was met haar behandeling, en bracht haar daarna terug naar huis. De volgende dag, op hetzelfde tijdstip, was hij er weer, glimlachend, klaar om alles opnieuw te doen. Een hele maand begeleidde hij haar elke dag, weigerd haar alleen met de bus te laten reizen 😯.
De grootmoeder was diep dankbaar. Ze legde vaak uit dat als ze die dag haar behandeling had gemist, de volgende afspraak pas een maand later zou zijn — wat haar gezondheid ernstig zou hebben bedreigd.
Toen de buren van deze daad hoorden, was de hele buurt geraakt. Sommigen begonnen ook hulp aan te bieden. Deze jonge man, zonder het te beseffen, wekte iets op: vriendelijkheid, slapend in de harten van de mensen.
En de grootmoeder fluisterde met tranen in haar ogen:
“God stuurde mij een engel op de dag dat de bus mij op het trottoir achterliet.”
