Mijn broer Ernest en ik zijn van kinds af aan opgegroeid in een klein stadje waar stilte en eenvoud heersten. Ik genoot altijd al van de rust en het buitenleven, terwijl mijn broer droomde van de grote stad met zijn drukke straten en mogelijkheden.
Nadat hij klaar was met school, ging hij naar de universiteit, vond een goede baan en trouwde al snel met Kamila. Ze hadden een goed leven: een gezellig appartement, auto’s, reizen. Ze hebben twee prachtige kinderen grootgebracht.
Hoewel ze ons niet vaak bezochten, was elk bezoek met ontevredenheid verbonden. Wij misten de voorzieningen die zij gewend zijn: het kleine appartement en de rustige sfeer vonden zij te simpel en saai. Wij hebben er echter altijd naar gestreefd om hun verblijf zo comfortabel mogelijk te maken.
Wij gaven hen altijd onze slaapkamer, en mijn moeder en ik sliepen in de woonkamer. Wij bereidden iedere keer hun lievelingsgerechten, zodat ze zich thuis voelden.
Onlangs werd mijn moeder ziek en moest ze zich laten testen in de stad waar Ernest en zijn vrouw Kamila wonen. Mijn moeder en ik besloten om een paar dagen bij hen op bezoek te gaan totdat mijn moeder klaar was met haar tests. Maar zodra we de drempel van hun appartement overstaken, zei Kamila met een stalen gezicht:
— Begrijpt u dat u zelf voor uw verblijf moet betalen en uw eigen eten moet kopen?
Deze woorden waren voor mij een echte schok. In plaats van hulp aan te bieden, eiste ze betaling. Mijn moeder en ik waren geschokt. We pakten onze spullen en kozen voor het goedkoopste hotel. We wilden niemand tot last zijn.
Toen we na een tijdje thuiskwamen, belde mijn broer mij op en zei dat hij ons wilde bezoeken. Ik antwoordde kalm:
— Wij vinden het altijd leuk als onze kinderen op bezoek komen, maar jij… zoek een slaapplaats.
Gastvrijheid moet wederzijds zijn, toch?