Toen ik thuiskwam, voelde ik meteen dat er iets mis was. Normaal gesproken klonk het vertrouwde geluid van hun poten en gespin door het huis, maar deze keer… stilte. Te diepe stilte.
β Waar zijn de katten? β vroeg ik terwijl ik de drempel overstak.
Mijn vrouw zat aan tafel en keek rustig op haar telefoon. Zonder op te kijken antwoordde ze kort:
β Ik heb ze teruggegeven. Ik kon het niet meer uitstaan ββdat er overal vacht zat.
Mijn hart kromp ineen. Deze katten maakten al deel uit van mijn leven voordat ik getrouwd was. Het waren niet zomaar dieren, ze waren mijn familie. En zomaar, zonder waarschuwing, zonder uitleg, verdwenen ze.
β Wat betekent “je hebt het teruggegeven”? β vroeg ik, terwijl ik probeerde mijn stem te beheersen.
“Het betekent dat het huis nu schoon is en dat je eindelijk vredig kunt leven zonder je zorgen te maken over dieren”, antwoordde ze emotieloos.
Ik ging verder met de vragen:
β Waar heb je ze gelaten?
β Ze zijn in goede handen. Vergeet ze maar.
Ik kon niet begrijpen hoe dit kon gebeuren. Dit was geen gewone daad β ik had het gevoel dat ik iets heel belangrijks had verloren.
Ik begon ernaar te zoeken. Ik bezocht alle opvangcentra, plaatste advertenties en drukte folders. Maar het mocht allemaal niet baten. Mijn vrouw wilde niet zeggen waar ze onze katten precies had gelaten en haar houding begon mij op de zenuwen te werken.
Op een dag schreef een vriend van het asiel mij:
β Ik denk dat ik jouw katten zag. Een paar dagen geleden bracht de vrouw er drie mee die erg op die van jou leken.
Mijn hart begon sneller te kloppen. Ik heb meteen gebeld:
β Zijn ze er nog?
β Het spijt me, maar ze hebben al nieuwe eigenaren gevonden β vertelden ze mij.
De wereld voor mijn ogen begon te wankelen. Ik vroeg:
β Wie heeft ze meegenomen? Ik moet ze vinden.
β We kunnen deze informatie niet vrijgeven, maar ik verzeker u dat deze in goede handen is.
Met elke dag die voorbijging, voelde ik een grotere leegte. Toen ik thuiskwam, begroette mijn vrouw mij met een lichte glimlach.
β Ben je al wat gekalmeerd? β vroeg ze met een gevoel van superioriteit.
En op dat moment besefte ik dat ik niet met iemand kon zijn die zoiets kon doen. Diezelfde avond pakte ik mijn spullen en vertrok. Een week later diende ik een echtscheidingsverzoek in.
Er zijn een paar maanden verstreken. Op een dag, terwijl ik op de website van het asiel aan het surfen was, kwam ik de sectie ‘Adoptiesuccesverhalen’ tegen. En toenβ¦ verstijfde ik.
Mijn katten.
Drie blije gezichten, drie nieuwe gezinnen. Ze waren okΓ©. En het ging ook goed met mij. Ik kon ze terugkrijgen en mijn leven opnieuw beginnen.